This website no longer supports Internet Explorer 11. Please use a more up-to-date browser such as Firefox, Chrome for better viewing and usability.

This page was automatically translated by DeepL

Casestudie 7: Hongarije: Diversificatie van op granen gebaseerde rotaties met soja

Cluster 2: Crop diversification under adverse conditions

In Hongarije zijn de vruchtwisselingen met granen doorgaans zeer eenvoudig. Hoewel diversificatie een sleutelelement is in de biologische graanproductie, zijn de vruchtwisselingen niet altijd erg winstgevend. Om dit te verbeteren, kunnen verschillende agronomische oplossingen worden toegepast. Op basis van eerder onderzoek naar sojabonen besloot het casestudieteam verder te werken aan de ontwikkeling van teelttechnieken om dit gewas populairder te maken bij biologische akkerbouwers. Het doel is na te gaan hoe landbouwers met succes sojabonen kunnen telen als hoofd- of nevengewas in verschillende delen van het land om hun graanrotaties te diversifiëren. Een ander doel van de casestudy is goedkope en eenvoudige verwerkingsmethoden te ontwikkelen en de actoren van de sojabonensector met elkaar in contact te brengen voor een meer ontwikkelde waardeketen met een stabiele productie en verwerking van sojaproducten.

Wat waren de belangrijkste problemen die aan de basis lagen van het ontstaan van de casestudy?

Om de doeltreffendheid van het huidige systeem te vergroten, moeten de agronomische elementen worden verbeterd. Momenteel worden peulgewassen in de biologische vruchtwisseling vooral vertegenwoordigd door luzerne, terwijl zaaddragende leguminosen slechts op kleine oppervlakten worden geteeld. Granen blijven domineren als gevolg van verschillende beperkingen. Zo waren er bijvoorbeeld geen supervroege rassen op de markt, die essentieel zijn voor de secundaire teelt van sojabonen. In de meeste gevallen beschikken de landbouwbedrijven nog steeds niet over de nodige uitrusting en knowhow voor een succesvol mechanisch onkruidbeheer bij sojabonen, en de geringe omvang van de biologische sojaproductie heeft bij de verwerkers niet genoeg belangstelling gewekt om hen ertoe aan te zetten in de biologische voederproductie te investeren. Bovendien is de productie niet geïntegreerd en blijven er bij de landbouwers twijfels bestaan over de teelt van sojabonen, wat de kansen om biologische sojabonen naar de Europese markten te exporteren, verder afremt. Andere belangrijke elementen met betrekking tot de upstream- en downstream-waardeketen ontbraken eveneens.

Hoe werd het probleem aangepakt en welke actoren waren erbij betrokken?

De biologische sojaproductie maakt gebruik van minder dan 2% van de biologische landbouwgrond in Hongarije, wat wijst op een potentieel om het aantal producenten te verhogen. De casestudy voor het testen van variëteiten werd in 2013 geïnitieerd door ÖMKi, die later samenwerkte met 5 biologische landbouwbedrijven, 3 zaadbedrijven en 2 bedrijven die microbiologische inoculanten distribueren. Deze activiteit werd in 2017 en 2018 voortgezet met tests op landbouwbedrijven en met veldproeven. Naast de variëteiten werd ook de doeltreffendheid van bodem- en zaadbehandeling onderzocht. Er vonden al enkele initiatieven plaats met betrekking tot de secundaire teelt met soja in omringende landen (bijv. Oostenrijk). Daarom zijn we in 2018 begonnen met een baanbrekend experiment om biologische secundaire teelt sojatechnologie in Hongarije te ontwikkelen. We zijn erin geslaagd om soja na gerst te telen door supervroege (000) rassen te gebruiken. De opbrengsten liggen tussen 1,4 en 1,8 t/ha, met een eiwitgehalte van meer dan 40 %. Sindsdien zijn andere teeltmethoden getest (no-till, min-till, verschillende rijenafstanden, enz.) in verschillende proeven op het bedrijf.

ÖMKi staat nog steeds in contact met de distributeurs van productiemiddelen, grote voederproducenten en de Hongaarse sojabonenvereniging om de belangstelling voor de biologische markt te vergroten. Maar natuurlijk werkt ÖMKi ook samen met kleine producenten om goedkope alternatieve verwerkingsmethoden te testen voor de directe verkoop of het eigen gebruik van soja.

Onderzochte oplossing

Tijdens de experimenten op de landbouwbedrijven zal een nauwe band met de landbouwers worden onderhouden, wat naar verwachting zal resulteren in een betere uitwisseling en een grotere gewasdiversificatie. Het is van cruciaal belang ook de oprichting van een netwerk tussen landbouwers, zaadproducenten en verwerkers te ondersteunen en de informatiestroom te versnellen met professionele evenementen, kennisoverdracht en publicaties.

Uit de resultaten van de variëteitentests en de experimenten met verschillende teelttechnieken is gebleken dat met de juiste machines en kennis een rendabele teelt van sojabonen als hoofd- en ook als nevengewas mogelijk is, maar irrigatie is van cruciaal belang en wordt momenteel in de praktijk niet op grote schaal toegepast. De informatie en knowhow worden regelmatig aan de landbouwers gepresenteerd via verschillende velddemonstraties, video's, conferenties en folders.

Op basis van de resultaten van de tests en de ervaringen lijkt het erop dat de belangrijkste belemmeringen voor een grotere toename van de biologische sojaproductie niet alleen verband houden met de teelttechnieken. Zolang het areaal biologische soja geen aanzienlijk niveau bereikt, zullen de grote verwerkers niet in deze waardeketen investeren, waardoor de markt onzeker blijft. Om landbouwers te motiveren soja te telen, is een stabiele of groeiende markt nodig. Naast de verbetering van de teelttechnieken ontwikkelt ÖMKi samen met kleine producenten een verwerkingsmethode die geen grote investeringen vereist en de verwerking van de hele plant mogelijk maakt, en niet alleen de gedroogde korrels voor diervoeder. Nichemarkten gericht op menselijke consumptie worden voortdurend in het oog gehouden. De binnenlandse markt voor biologische sojaproducten is vrij klein en wordt reeds goed bestreken, maar in de meeste gevallen wordt de grondstof ingevoerd.

Verwachte resultatene

Het doorbreken van het overwicht van granen in de biologische akkerbouwrotaties is zeer belangrijk om diversiteit en duurzaamheid te bereiken. De visie van de casestudy is dat soja binnenkort een belangrijk element van het akkerbouwsysteem zal worden en dat dit de belangstelling van de landbouwers voor andere zaaddragende leguminosen in de toekomst zal wekken. De goed ontwikkelde teelt- en verwerkingstechniek kan de teelt van sojabonen op landbouwbedrijven met veeteelt mogelijk maken en kan andere biologische landbouwbedrijven motiveren om dieren te houden. De vernieuwing van het nationale irrigatienetwerk en de directe steun voor landbouwbedrijven om hun irrigatiecapaciteit te vergroten, zijn ook goede kansen om de doeltreffendheid van de sojateelt te verbeteren. Zodra biologische soja in grote hoeveelheden op de markt beschikbaar is, zullen grote bedrijven ook investeren in de biologische verwerking ervan, wat de landbouwbedrijven zonder voorraden zal motiveren om soja te telen.

Bovendien is er een duidelijke trend naar plantaardige eiwitten en vleesalternatieven in menselijke voedingspatronen. Als de vraag van de consument toeneemt, kan ook voor die markt een groei op lange termijn worden verwacht. In samenwerking met alle schakels van de waardeketen kan dit een succesverhaal worden van de binnenlandse biologische productie.

Op de internationale markt neemt de vraag naar fairtradesoja uit de EU-landen voortdurend toe. Indien de sector beter wordt geïntegreerd, kunnen doeltreffende en stabiele exportactiviteiten ook de belangstelling van de landbouwers voor de productie van sojabonen aanwakkeren en de afhankelijkheid van de mondiale sojabonenmarkt verminderen.

Relevantie van de DiverIMPACTS-doelstellingen

Onze casestudy maakt deel uit van een cluster van gevallen waarbij ongunstige milieuomstandigheden een rol spelen. Vooral de neerslagvariabiliteit kan een ernstige belemmering vormen voor het opnemen van sojabonen in de vruchtwisseling in Hongarije. Het vestigt de aandacht op watervasthoudende praktijken, bv. het gebruik van bedekkende gewassen of verminderde grondbewerking. Als sojabonen een belangrijk handelsgewas worden in biologische vruchtwisselingen en het netto-inkomen verhogen, zullen landbouwbedrijven kunnen investeren in andere goede praktijken op het gebied van diversiteit en duurzaamheid. Via biologische stikstoffixatie zou de vraag naar een externe bron van nutriënten kunnen afnemen en ook de doeltreffendheid van de productie kunnen verbeteren. Door de nieuwste trends op de levensmiddelen- en diervoedermarkt te volgen en goede praktijken op het gebied van biodiversiteit en milieubeheer toe te passen, komen we dichter bij een duurzamer en veiliger landbouwsysteem.

Casestudie erfenis

De diversificatie van rotaties op basis van granen met soja zal worden voortgezet met de verdere ontwikkeling van waardeketens met betrekking tot de productie van voedergewassen en verwerkingsmethoden voor eiwithoudende gewassen. In het afgelopen jaar hebben zich twee nieuwe diervoederproducenten bij ons initiatief aangesloten die openstaan voor biologische diervoeder- en voederproductie. De verwerkingsmethode voor hele sojabonen en het pelleteerproces, die in het kader van het DiverIMPACTS-project zijn opgezet en ontwikkeld, zullen verder worden verbeterd en getest om ze aan te passen aan luzerne.

Om het hoofd te kunnen bieden aan de toenemende wereldwijde onzekerheid over de eiwitvoorziening is het noodzakelijk dat deze gediversifieerde vruchtwisselingen een gangbare landbouwpraktijk worden, zowel voor biologische als voor conventionele landbouwers. Daarom zullen we, op basis van de resultaten van onze casestudy, diversificatie door gewasrotatie met soja als secundair gewas blijven bevorderen.

Verdere informatie

Links

Casestudieteam

  • Éva Hunyadi, ÖMKi, leider van de casestudie
  • Bence Trugly, ÖMKi, monitor casestudy
Do you want to add the website to the Home screen?
tap and then scroll down to the Add to Home Screen command.