This website no longer supports Internet Explorer 11. Please use a more up-to-date browser such as Firefox, Chrome for better viewing and usability.

This page was automatically translated by DeepL

Casestudie 16: Nederland: Ruimtelijke, temporele en genetische diversificatie van intensieve systemen

Cluster 4: Diversification through intercropping, with a special focus on grain legumes

Onder biologische landbouwers heerst de algemene bezorgdheid dat de gewasdiversiteit afneemt, ook in hun productiesystemen. Strokengewassen worden gezien als een interessante en zeer zichtbare tegenbeweging. Het doel van deze casestudie was het idee van strokenteelt op grote schaal rigoureus te testen in experimentele velden en op het landbouwbedrijf om de werkelijke voordelen voor biologische en niet-biologische akkerbouwsystemen in Noordwest-Europa te onderzoeken, en wetenschappelijk en ervaringsgericht bewijs te leveren van de toegevoegde waarde voor boeren, het milieu en consumenten.

Wat waren de belangrijkste problemen die aan de basis lagen van het ontstaan van de casestudy?

Bij de start van het DiverIMPACTS project was er een algemene bezorgdheid onder biologische boeren dat de diversiteit in hun productiesystemen aan het afnemen was. Strip cropping (zie poster hieronder, Nederlands) was net voorgesteld en werd door sommigen gezien als een interessante en, voor de burgers en consumenten, zeer zichtbare tegenbeweging. In deze casestudy leerde een netwerk van boeren die geïnteresseerd waren in strookteelt en het in de praktijk brachten, over verschillende aspecten van strookteelt, zoals het gebruik van machines, gewascombinaties, de betrokkenheid van personeel, adviseurs, loonwerkers, bedrijfsmodellen en ook regelgevings- en kwaliteitsborgingssystemen. Door de ontwikkeling van kennis over strookteelt bij boeren, was de casestudy gericht op zowel agronomische als milieuwinst. Door het teeltsysteem slim in te richten, verwachtten we een verbetering te kunnen realiseren voor de boer en het milieu.

Hoe werd het probleem aangepakt en welke actoren waren betrokken?

Vanaf 2014 waren statistisch opgezette veldexperimenten geïmplementeerd op onderzoeksstations op twee locaties in Nederland die zand- en kleigronden vertegenwoordigden, om effecten van strookbreedte en gewassamenstelling op systeemprestaties te onderzoeken. Agronomische en ecologische monitoring toonden snel positieve effecten aan van het telen van gewassen in stroken om late bacterievuurepidemieën in aardappel te vertragen en de insectendiversiteit in het veld sterk te verhogen. Hoewel de experimenten interessant waren, werden ze door het algemene professionele publiek als "niet praktisch" beschouwd. Deze perceptie veranderde na de toepassing in stroken van 3m, 6m, 12m en 48m breedte in de volledige 6-jarige vruchtwisseling op een 40-ha veld op een groot commercieel bedrijf: ERF BV. Deze ervaring toonde aan dat strokenteelt op commerciële schaal mogelijk was, en leidde zelfs tot een grotere tevredenheid van de buitendienstmedewerkers van het bedrijf na aanvankelijke aarzelingen. Iconische luchtfoto's, inspirerende verhalen van de boeren, van wie er één belast was met het beheer van het veld, en een op de boer gerichte Masterclass over hoe strookteelt op boerderijen te implementeren, resulteerden in een toename van de media-aandacht. Hierdoor nam de vraag naar kennis bij de onderzoekers over voor- en nadelen van de technologie sterk toe. De minister van LNV nam strokenteelt op als één van de kansrijke opties in haar visiedocument, en enkele boeren begonnen met de implementatie op hun bedrijf, in sommige gevallen ondersteund door blogs en vlogs die verdere media-aandacht trokken.

Dus, van de initiële focus op de productie van kennis(Field Experiment 7) verschoof de aandacht van de casestudy naar het versterken van het netwerk van boeren, hun adviseurs en de onderzoekers. Naast ad hoc presentaties en veldbezoeken door praktiserende boeren en onderzoekers werd een Masterclass op een jaarlijkse biologische landbouwbeurs een middel om deelnemers te werven voor een 4-daagse cursus strookteelt waarin concrete plannen werden uitgewerkt voor de deelnemende boeren en docenten van landbouwscholen. De administratieve rompslomp in verband met de registratie van de stroken voor subsidies in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) werd aangepakt en opgelost in samenwerking met de autoriteiten van het ministerie. De overkoepelende biologische organisatie Bionext heeft het strokenteelt in haar campagnes opgenomen, wat er verder toe heeft bijgedragen dat het systeem in het nieuws is gebleven. Als spin-off werd op experimentele schaal pixelteelt ontwikkeld en getest door een groenteteler op pixels van 1,5x1,5 m. De rol van robots om deze ontwikkelingen te ondersteunen werd een onderwerp van onderzoek en uitwerking in de praktijk.

Van de kant van het onderzoek werden nieuwe projecten opgezet om de stroom van nieuwe inzichten als inspiratie voor de landbouwgemeenschap voort te zetten. Onderwerpen waren bijvoorbeeld de effecten op de biodiversiteit in het algemeen (naast de natuurlijke vijanden en bestuivers die al eerder waren onderzocht), software-instrumenten om het ontwerpen van ruimtelijk-temporele teeltsystemen te vergemakkelijken, en meta-analyses van wat goede buurgewassen zijn. Strookteelt werd een onderdeel van een onderzoeksinitiatief met de naam "De boerderij van de toekomst" en van projecten die tot doel hadden de input van bestrijdingsmiddelen in conventionele teeltsystemen te verminderen. Bovendien werden in verschillende delen van het land veldexperimenten op onderzoeksboerderijen opgezet. Tegen 2022 was het netwerk van landbouwers gegroeid tot ongeveer 50 die de praktijk beoefenden, en enkele honderden met een actieve belangstelling, zoals bleek op vergaderingen.

Onderzochte oplossing

Beschikbaar stellen en delen van wetenschappelijke en praktische kennis over strookteelt.

Verwacht resultaat

  • Een leernetwerk dat feedback mogelijk maakt van een groep betrokken actoren, d.w.z. van boeren en andere belanghebbenden bij wetenschappelijke experimenten en van onderzoekers bij experimenten op landbouwbedrijven;
  • Identificatie van technische barrières en lock-ins;
  • Onderzoek naar de behoeften aan machines;
  • het delen van kennis uit voortgezet wetenschappelijk onderzoek naar strookteelt en agrobiodiversiteit;
  • De ogen openen voor onbedoelde positieve of negatieve effecten;
  • Vergroten van het maatschappelijk, beleidsmatig en politiek bewustzijn ten aanzien van strokenteelt als oplossing voor diverse maatschappelijke uitdagingen;

Relevantie voor de DiverIMPACTS doelstellingen

De casestudy promootte en hielp bij de ontwikkeling van de praktijk van strokenteelt als één van de gewasdiversificatiemethoden die door het project werden vermeld. Door deze praktijk te ontwikkelen en boeren te helpen om de beschikbare kennis toe te passen, zal gewasdiversificatie in tijd, ruimte en genen de overgang mogelijk maken naar diverse en robuuste teeltsystemen als een levensvatbaar alternatief voor monoculturen.

De nalatenschap van casestudies

Verschillende projecten zullen voortbouwen op de resultaten van DiverIMPACTS. Publiek-private partnerschappen zullen worden voortgezet rond gewasdiversificatie, agroforestry en beter bodembeheer. Deze omvatten allemaal componenten van strookteelt. Een groot project van de Nederlandse Stichting voor Wetenschappen (NWO), CropMix genaamd, dat deel uitmaakt van de Nationale Wetenschapsagenda, zal zich richten op de veredelings-, bodemkwaliteits-, agronomische en transformatieve aspecten van strookteelt, aangestuurd door sterke interacties tussen de onderzoekscomponent en boeren en andere landbouwactoren. In het Horizon Europe programma Agroecologie-TRANSECT is strip cropping een van de 11 innovatiehubs waarin netwerken van boerenbedrijven in Europa worden ondersteund om hun ambitieuze doelen op het gebied van biodiversiteit, het tegengaan van klimaatverandering en economische veerkracht te bereiken. In dit project is de co-innovatieaanpak een centraal methodologisch element, zowel op project- als op innovatiehubniveau, om inclusieve innovatie te garanderen.

Meer informatie

Algemeen

Video's

Artikelen

Wetenschappelijk artikel

Casestudie team

  • Laurens Nuijten, Bionext, leider van de casus
  • Walter Rossing, WUR, monitor casus
Do you want to add the website to the Home screen?
tap and then scroll down to the Add to Home Screen command.